Werken met Lilypond
Sinds het schrijven van de handleiding heb ik zelf veel gewerkt in de editor van Lilypond zelf op MacOSX. Dit is vaak een beetje behelpen aangezien deze editor nogal kaal is. Het werkt vaak nog wel omdat je met een simpele toetscombinatie de omzetting naar een PDF tot stand kunt brengen. Onder Windows kan dit echter niet en is het werken met Lilypond een stuk omslachtiger. Bovendien is het niet zo gemakkelijk code uit te wisselen tussen Windows en Mac.
Sinds enige tijd echter is er een heel goed bruikbare editor voor Lilypond, die nogal wat voordelen kent ten opzichte van de ingebouwde editor en bovendien op alle platformen identiek is: jEdit.
jEdit is een tekstbewerkingsprogramma voor programmeurs en kent daardoor veel handige mogelijkheden die erg goed van pas komen bij het schrijven van code. Er is een plugin voor jEdit die het mogelijk maakt op een redelijk eenvoudige manier bladmuziek te maken met Lilypond. Lilypond zelf is geen onderdeel van de plugin, dus zorg ervoor dat je eerst Lilypond geïnstalleerd hebt.
Installatie van jEdit
Download eerst de jEdit installatie van http://jedit.org/. Het installeren in MacOSX is een kwestie van de applicatie naar je Programma's map kopiëren. Het installeren in Windows gaat met behulp van een installatieprogramma. Kies de volledige installatie.
Nadat je het geïnstalleerd hebt, start je jEdit op.
Installeren van de LilypondTool plugin
Bij het opstarten van jEdit voor de eerste keer verschijnen twee vensters: een helpvenster en een codevenster (editor). Selecteer het codevenster en kies Plugins > Plugin Manager uit het menu. Klik vervolgens op het tabblad Install. Als je een werkende internetverbinding hebt verschijnt daar een lijst met mogelijke plugins. Vink de LilyPondTool plugin aan en klik daarna op Install. De LilyPondTool wordt gedownload en geïnstalleerd. Sluit daarna het venster.
Het activeren van de LilyPondTool plugin
Het activeren van de LilyPondTool plugin is erg eenvoudig. Je maakt een nieuw document aan dat je vervolgens opslaat met de extensie “.ly” (bijvoorbeeld test.ly). Er komt nu een extra balk in beeld met daarin een aantal knoppen:
In deze afbeelding staat bij de knoppen vermeld wat er als tooltip-tekst komt te staan. De Preview is in dit voorbeeld grijs omdat dat venster al openstond.
Door Run LilyPond te kiezen wordt de voorvertoning automatisch bijgewerkt.
Extra instellingen
In jEdit staan bepaalde zaken standaard uit, wat de uitwisselbaarheid van code-bestanden tussen Windows en Mac niet altijd bevordert. Het is daarom praktisch een paar instellingen van jEdit aan te passen.
Tekstcodering (aanrader!)
De standaard tekstcodering instelling zorgt er vaak voor dat lilypond code bestanden gemaakt op Mac vaak niet te lezen zijn onder Windows en vice versa. Het is daarom praktisch om de standaard tekstcodering op UTF-8 te zetten. Kies uit het Utilities menu de optie Global Options. Kies vervolgens Encodings en zet de Default character encoding op UTF-8. Mocht het soms toch gebeuren dat de codering niet goed staat (dat zie je met name bij speciale karakters als à, é etc. Onder in de balk zie je dan iets als lilypond,lilypond,Cp1252), dan kun je jEdit dwingen het bestand met een andere codering te openen. Kies dan Reload with encoding uit het File menu en kies UTF8.
Font en Anti-aliasing (optioneel)
Het standaard lettertype waarmee een bestand geopend wordt met jEdit is Monospaced. Persoonlijk vind ik andere lettertypes vaak beter leesbaar, ik gebruik op Mac bijna altijd Monaco. Je kunt het lettertype van het code venster aanpassen in de General Options (menu Options > General Options), onder het label Text Area.
Een van de redenen dat interfaces op de Mac er vaak beter uitzien dan onder Windows is dat de grafische weergave van tekst onder Mac OSX standaard een bewerking ondergaat die anti-aliasing heet en de tekens minder blokkerig maakt. In jEdit staat dit standaard uit, wat niet op alle beeldschermen een even goede leesbaarheid tot gevolg heeft. In het venster waar je het lettertype kunt aanpassen staan ook speciale opties voor anti-aliasing. De instellingen hiervoor verschillen bij Mac OSX en Windows.
Bij Windows kun je voor de meeste fonts bij de optie “Anti Aliased smooth text” beter kiezen voor subpixel, bij MacOSX beter voor standard. Je kunt naar believen de optie Fractional font metrics aan of uitzetten.
Kies voor een combinatie die je zelf het meest prettig lezen vind. Vaak werkt een mono-spaced lettertype (waarbij de letters allemaal even breed zijn) het best.
